Hybrid cloud: 3 aandachtspunten voor het lokale datacenter
Steeds meer IT-leveranciers bieden de mogelijkheid om een deel van de cloud on-premises te draaien. Daarmee wint het eigen datacenter weer aan belang. Maar hoe zorgt u ervoor dat de computerruimte van uw klant in een goede gezondheid verkeert? Deze drie aandachtspunten helpen daarbij.
De cloud is steeds vaker hybride. “Daar is in veel gevallen niet onderuit te komen”, stelt Loek Wilden, Data Center Lifecycle Consultant bij Tech Data-partner Schneider Electric. Op de eerste plaats omdat maar weinig bedrijven alle clouddiensten bij slechts één leverancier afnemen. Vaak wordt per toepassing een afweging gemaakt tussen bijvoorbeeld Microsoft, Amazon en IBM. “Voor bepaalde toepassingen is de ene cloud beter dan de andere.”
Daar komt volgens Wilden bij dat het zeker bedrijven met een diverse IT-omgeving niet lukt om alles in een publieke cloud te stoppen. “Omwille van zaken als regelgeving, performance of de beschikbare bandbreedte zetten ze een deel van die cloud op een eigen locatie neer. Dat kan on-premises zijn, of op een colocatie.”
Hybride cloud: 3 aandachtspunten
Het gevolg is dat bedrijven na een migratie naar de cloud nog altijd beschikken over een (kleiner) datacenter. “En dat moeten ze net zo serieus behandelen als voorheen het corporate datacenter.” Wilden noemt enkele punten waar bedrijven en hun partners op moeten letten:
1. Connecties naar de cloud
“De connecties met de cloud zijn essentieel.” Dat geldt helemaal als bijvoorbeeld een lokale toepassing haar data uit de cloud haalt. Dit betekent volgens Wilden dat de main equipment rooms en satellite equipment rooms, die zorgen voor de connecties met de buitenwereld, uiterst robuust van opbouw moeten zijn. “Die stop je niet meer onderin een bezemkast.”
“MER’s en SER’s moeten niet alleen robuust zijn, maar ook van op afstand worden beheerd”, aldus Wilden. “Met de juiste tooling kunnen partners dit voor hun klanten doen en eventuele connectieproblemen snel signaleren.”
2. Cloud-based monitoringsysteem
“Na een migratie naar de cloud heeft een bedrijf niet alleen een afgeslankt datacenter, maar bijvoorbeeld ook kleinere uninterruptible power supplies (UPS). “De grote UPS’en vielen vaak onder een onderhouds- en beheercontract. Naar de kleinere UPS’en wordt vaak niet meer omgekeken”, zo moet Wilden helaas constateren.
Als zo’n UPS of een server uitvalt, heeft de klant echter nog steeds een continuïteitsprobleem. “Wij hebben daarom een cloud-based monitoringsysteem ontwikkeld voor het bewaken van alle fysieke assets waar de klant over beschikt. Of die nu on-premises of op een externe locatie staan. Een probleem met bijvoorbeeld de noodstroomvoorziening resulteert direct in een melding.
3. Standaardisering
Zeker voor partners die voor heel veel klanten de datacenteromgeving in de gaten moeten houden, is standaardisering een belangrijk onderwerp. “Als je per klant te veel specialistische aanpassingen doet, wordt het beheer te lastig.”
Maar ook klanten die het beheer zelf doen, zijn gebaat bij een gestandaardiseerde omgeving. “De juiste expertise voor beheer is lastig te vinden. Dan helpt het als de datacenteromgeving voorspelbaar is, bijvoorbeeld door te kiezen voor slechts één model UPS’en of racks. Dan weet je welk type batterij je op voorraad moet hebben, en wat een bepaalde foutmelding betekent.”
“Wij geloven in standaardisering binnen een veilige omgeving die je op afstand monitort”, besluit Wilden. “Dan profiteer je van zowel het gemak als de zekerheid die de hybrid cloud te bieden heeft.”
